This site will work and look better in a more modern browser, but it is still accessible to any browser or Internet device. You should upgrade your browser, if possible.
[]
Een leeuw die in in zijn hol lag te slapen,
[]
werd wakker van een muis die over zijn gezicht rende.
Hij werd boos, greep de muis met zijn klauw
en stond op het punt hem doden.
{}
{}
[]
[]
De doodsbange muis smeekte hem jammerend zijn leven te sparen.
[]
‘Laat me alstublieft gaan,’ huilde hij,
[]
{}
‘en ik zal ooit nog eens je goedheid belonen.’
[{}]
Het idee dat zo'n onbelangrijk schepsel
ooit in staat zou zijn iets voor hem te doen
{}
vond de leeuw zo amusant dat hij luid moest lachen,
en goed gehumeurd liet hij hem gaan.
{}
Maar uiteindelijk kreeg de muis een kans.
Op een dag raakte de leeuw verstrikt in een net
[]
dat daar door enkele jagers was uitgezet om wild te vangen,
[]
en de muis hoorde en herkende zijn woedend gebrul en rende erheen.
Zonder aarzelen begon hij de touwen door te knabbelen met zijn tandjes,
en slaagde erin de leeuw in een mum van tijd te bevrijden.
{}
jij lachte mij uit toen ik je beloofde dat ik je zou terugbetalen:
maar zie je wel, zelfs een muis kan een leeuw helpen.’